Gilbert van Schoonbeke, 1519-1554

Gilbert van Schoonbeke portret
  • Onwettig kind van Gilbert de Beaurieu, poorter van de stad.
  • Vervlaamst zijn naam in van Schoonbeke.
  • Gilbert geboren in 1519 ziet brood in de grondspeculatie.
  • Goede relaties met burgemeester van der Heyden en kapitaalkrachtige Antwerpenaren.
  • Huwt Elisabeth Hendrickx dochter van een kleermaker en krijgt 6 kinderen.
  • Laat zich in 1545 wettigen.
Elisabeth Heynderickx portret
  • Verwerft goekope panden, laat deze op kosten van de stad inrichten en verkoopt deze met grote winsten.
  • Op 24 jarige leeftijd is zijn fortuin dermate gegroeid dat hij geen partners meer nodig heeft.
  • 79.000 m3  omwalling uitgevoerd in drie jaar tijd met eigen grondstoffen
  • Legt  24 straten aan en drie pleinen (Vrijdagmarkt, Graanmarkt en Stadswaag ).
  • Hij zal het stadsbeeld van Antwerpen mee bepalen.

De aanleg van de eerste Antwerpse havenwijk Het Eilandje.


Tijdens de eerste helft van de 16de eeuw groeide Antwerpen uit tot de belangrijkste havenstad van Europa. In normale jaren vaarden zo’n 2.500 schepen de Schelde op. De handelswereld kampte evenwel met een structureel tekort aan ankerplaatsen. Zeeschepen moesten soms wekenlang wachten om gelost en geladen te worden, want slechts een klein aantal kon aan de Scheldekaden afmeren.


Kleinere schepen konden van de vloed gebruik maken om via één van de vijf ‘vlieten’ diep in de stad te varen, maar deze waterwegen waren zeer smal, terwijl het groot aantal bruggen en de talrijke huizen die tot vlakbij het water stonden het scheepsverkeer erg hinderden.

Het stadsbestuur zag zich genoodzaakt om het aantal ligdagen zowel aan de kaden als in de binnenhavens te beperken, prioriteiten te stellen voor het lossen en laden van schepen, vaartuigen die specifieke goederen transporteerden de toegang tot bepaalde binnenhavens te verbieden, enzovoort.

Regulering was nodig, maar kon het fundamentele probleem, namelijk het gebrek aan ankerplaatsen, niet verhelpen.


De Antwerpse projectontwikkelaar Gilbert van Schoonbeke, die met de aanleg van de Stadswaag en de Vrijdagmarkt zijn bekwaamheid op het vlak van stadsontwikkeling al had bewezen, stelde in september 1548 een radicale oplossing voor: de aanleg van een echte havenwijk in de Nieuwstad. Dat was een noordelijk gelegen, drassig gebied van zo’n 25 ha dat in 1542 bij de metropool was gevoegd, dat onbebouwd was gebleven en waar de meeste gronden aan de stad toebehoorden.

De centrale regering was zeer enthousiast en adviseerde het stadsbestuur een contract met de vindingrijke ondernemer af te sluiten, wat op 5 februari 1549 effectief gebeurde.

Van Schoonbeke verbond er zich toe alle noodzakelijke werken op zijn kosten uit te voeren en binnen de vier jaar na hun voltooiing de stadsgronden te verkopen; hij mocht tien procent commissieloon rekenen. 


Het unieke plan van Virgilius Bononiensis uit 1565, dat zich in het Museum Plantin-Moretus bevindt, laat zien hoe Gilbert van Schoonbeke tewerkging: hij liet drie brede kanalen van west naar oost graven die loodrecht op de Scheldeoever stonden en die op gelijke afstand van elkaar lagen.

De afstanden waren zo berekend dat er tussen twee kanalen telkens twee rijen van gebouwen konden worden geconstrueerd die door een straat van elkaar gescheiden werden, zodat ieder gebouw aan de ene kant aan een kade paalde en aan de andere kant aan een straat.

De kanalen, die ieder voor specifieke schepen en goederen waren bestemd, werden door smallere noord-zuid-waterwegen met elkaar verbonden, die een goede afwatering moesten verzekeren. Het was een hoogst origineel plan. Niemand had ooit het idee van een echte havenwijk gelanceerd.

Het gebruik van drie parallelle kanalen als ruime binnenhavens was eveneens origineel.

Nergens in het toenmalige Europa was er een voorbeeld van zo’n maritieme infrastructuur te vinden. 


Tussen het eerste kanaal (de huidige Brouwersvliet) en het tweede kanaal, Middenvliet genoemd, bracht Van Schoonbeke een industrieel complex tot stand:

zestien brouwerijen, een Waterhuis (thans Museum Brouwershuis), opslagplaatsen en accijnskantoren.

Aan de Middenvliet, op de plaats waar zich nu het MAS bevindt, werd in de jaren 1564-1569 het imposante Hanzehuis opgericht, dat enorme magazijnen, talrijke kantoren en residentiële kwartieren voor de Noord-Duitse kooplui bevatte.

In zijn beroemde ‘Beschrijving van de Nederlanden’ (1567) was Lodovico Guicciardini vol lof over deze Middenvliet,

‘zo breed en zo lang dat er gemakkelijk meer dan honderd schepen kunnen gemeerd worden’.


De val van Antwerpen in 1585 heeft de verdere ontwikkeling van de Nieuwstad verhinderd, want de Scheldestad kon niet langer een eersterangsrol op commercieel gebied spelen.

Pas onder het Frans Bewind werd de haven getransformeerd: in 1811 verving het Bonapartedok het tweede en derde kanaal en in 1813 werd een aanvang gemaakt met de constructie van het Groot Dok, dat onder de regering van Koning Willem I werd voltooid en daarom Willemdok werd genoemd.

In de loop van de volgende decennia werd Antwerpen weer een wereldhaven, wat in de constructie van nieuwe dokken tot uitdrukking kwam. De grondslag voor de havenontwikkeling in noordelijke richting was evenwel door Gilbert van Schoonbeke in de Gouden Eeuw gelegd.